Eetbare tuin

Ik vind het leuk om voedsel bij de hand te hebben, en om het te zien groeien. Heel lang kan ik waterkers eten uit de vijver achter. Alleen bij vorst verdwijnt het onder het ijs en het duurt even voor het in het voorjaar weer op krachten is. Ik heb er geen omkijken naar. Hooguit moet ik af en toe echt oogsten omdat de vijver anders te vol wordt.
Waterkers gebruik ik voor de sla, om mee te bakken met een eitje of in een roerbakgerecht.
Voor in de sla gebruik ik ook deze makkelijke vaste planten: spinaziezuring, bieslook, daslook in het vroege voorjaar en (niet vast): snijbiet, peterselie, krulmalva (zaait zichzelf uit) en onkruiden zoals muur en smalle weegbree.
Ik dateerde het bericht op 25 april 2010, omdat ik er toen al mee begon. Eerst de achtertuin, daarna de voortuin op 23 mei 2012.

Het lekkerste vind ik echter het fruit: dat begint met aardbeien, dan de rode bes, frambozen, tayberrys, pruimen, druiven, appels, peren, soms dan weer een enkele aardbei.

En ook tomaatjes vind ik erg lekker; deze kweek ik zelf op in mijn schuurtje. Ook teel ik erwtjes, capucijners en peulen, die zet ik in twee makkelijke moestuinbakken.

Daarnaast staan er een paar kolen, die altijd wel ergens in te pas komen: eeuwig moes, een bladkool en een palmkool. Ook heb ik een hoekje achter de composthoop met brandnetels.